Aloude waarheden
Evenals in de oudheid erkent de Vrij-Katholieke Kerk dat er drie absolute waarheden zijn die niet verloren kunnen gaan, omdat zij eeuwig zijn in hun goddelijke boodschap: “De ziel van de mens is onsterfelijk, en haar toekomst is de toekomst van datgene, waar van de groei en de luister geen grenzen kent”; “Het leven-gevend beginsel woont in ons en buiten ons, sterft niet en is in eeuwigheid weldadig; wordt niet gezien, gehoord of gevoeld, maar wordt waargenomen door de mens die naar waarneming verlangt”; “Ieder mens is zijn eigen absolute wetgever, hij verschaft zichzelf vreugde en verdriet, beschikt over zijn leven, zijn beloning en zijn straf”. Deze waarheden, die even verheven zijn als het leven zelf, zijn zo eenvoudig als de meest eenvoudige menselijke geest. Voedt de hongerenden ermee.
Eenheid van alle godsdiensten
De Vrij-Katholieke Kerk gelooft dat er een samenstel van leringen en mystieke ervaring bestaat die alle godsdiensten met elkaar gemeen hebben en waarop geen enkele godsdienst aanspraak kan maken als zijn uitsluitend bezit. Zij beweegt zich binnen de sfeer van het christendom en beschouwt zichzelf als een bij uitstek Christelijke Kerk. Zij is ondanks dat van mening dat ook

andere godsdiensten goddelijk geïnspireerd zijn en dat allen uit één gemeenschappelijke bron voortkomen. Ofschoon elke godsdienst de nadruk zal kunnen leggen op verschillende aspecten van deze leer, zullen enkele aspecten zelfs tijdelijk geheel uit het oog kunnen worden verloren.
Een lering als hierboven beschreven berust op haar eigen wezenlijke waarde en vormt dat ware katholieke geloof, dat katholiek is omdat het de formulering is van universele beginselen in de natuur. De H. Augustinus schreef: “Dat wat wij nu de Christelijke godsdienst noemen, bestond reeds bij de Ouden en is nooit onderbroken vanaf het begin van het menselijk geslacht tot aan de komst van Christus in het Vlees, van welk ogenblik af men de ware godsdienst, die reeds bestond, Christelijk begon te noemen” (Retract. 1,13:3). Hetzelfde beginsel was vervat in de bekende verklaring van de H. Vincentius van Lerins: “Dat belijden wij, hetwelk overal, altijd en door allen geloofd; want dat is met recht en in waarheid katholiek” (Commonitorium 2:4). Daarom probeert de Vrij-Katholieke Kerk ook niet om mensen van een andere godsdienst te bekeren.