VKVisie
Tijdschrift van de Vrij-Katholieke Kerk in Nederland

Home Boven Volgende

Het levensvuur

Markus van Alphen

De zomer is er weer en de cyclus, die vorig jaar begonnen is met de Advent, is geëindigd met Pinksteren: hét hoogfeest van de Heilige Geest. Dit laatstgenoemde feest is een van de belangrijkste feestdagen van ons jaar. Men is blij om een extra vrije dag maar de volle betekenis van zo'n dag ontgaat de meerderheid. Het beeld van de Heilige Geest is voor velen ook te abstract om er iets mee "te kunnen" – Vader en Zoon hebben evenbeelden in het dagelijks leven en het is voor de mens vaak eenvoudiger om zich daar iets bij voor te stellen.

Eén van de beelden die mij ooit is bijgebleven is dat van de Heilige Geest gezien als een machtig vuur, het levensvuur, net zoals het vuur van de zon ons van onze levensvoorwaarden voorziet. Ook het midden van onze aarde, waar temperaturen hoger dan wij ons kunnen voorstellen zich voordoen, kan gezien worden als een vuur, soms ook bekend als het laboratorium van de Heilige Geest. En tussen hemel en aarde is de mens, ook met een vuur sluimerend in zich, bekend als het slangevuur of kundalini. En het doel van de mens is om het vuur van de aarde te verbinden met het vuur van de hemel.

Dat vuur dat in ons sluimert wordt aangewakkerd op het moment dat wij ermee om kunnen gaan. Als het prematuur ontwaakt, richt het meer schade aan dan goeds. Op het moment dat het wel kan, zal een Meester ons uitleggen hoe het op een veilige en verantwoorde manier te activeren en ermee om te gaan. Dit vuur dat in ons sluimert is een krachtig beeld van de Heilige Geest die in ons woont. Niet alleen in spiritueel gevorderde mensen, maar in allen. Het kan ons helpen het feest van Pinksteren te begrijpen.

Het liturgisch jaar bestaat uit twee delen: het eerste deel, van Advent tot Pinksteren, heeft als richtsnoer het verhaal van Jezus die Christus werd of de weg die betreden moet worden om volmaaktheid te bereiken. Deze weg is niet alleen weggelegd voor enkelingen, die bijvoorbeeld een specifiek geloof aanhouden, maar voor allen. Dat zeggen wij ook in onze Akte van Geloof: "…dat al Zijn zonen eenmaal Zijn voeten zullen bereiken, hoeverre zij voordien ook zijn afgedwaald". Ieder individu gaat op een eigen manier zijn weg, en het bereiken van die volmaaktheid lijkt ons niet haalbaar in het bestek van één leven. Wij zien dus de vijf stappen van Kerstmis, Doop, Verheerlijking, Pasen en Hemelvaart als vijf inwijdingen die een individu doormaakt vanaf het moment dat de aandacht van het tijdelijke naar het eeuwige wordt verplaatst tot het moment dat eenwording met dat eeuwige principe is verkregen. Het zijn geen inwijdingen die door mensen verricht worden, zoals een priesterwijding bijvoorbeeld, maar het zijn innerlijke gebeurtenissen.

Degene die deze vijfde inwijding ontvangt is iemand die alles geleerd heeft dat in ons menselijk bestaan te leren valt. Hij doorbreekt daarmee de cirkel van geboorte en dood: incarnatie is dan niet meer noodzakelijk. Zo'n persoon heeft zich op zieleniveau kunnen verenigen met de Heilige Geest, die dat deel van de Drie-eenheid is, dat het dichtst bij de mens is en tot op de hoogste vlakken van de ziel neerdaalt. Om het beeld van het vuur te gebruiken: het slangevuur sluimert niet meer, maar is geworden tot een machtig vuur dat tot in de hoogste niveaus van de ziel opvlamt.

Omdat ieder die zo'n hoogte bereikt ook een deel van onze mensheid is, is ook de mensheid een stapje dichter bij het doel van deze schepping gebracht. Aan de "achtergeblevenen" wordt een zegening gegeven die zich manifesteert als een uitstorting van de Heilige Geest. En, zoals een cursist in de Naardense studiegroep dat verwoordde, de fakkel wordt aan de mensen doorgegeven. Niet meer passief verblijven in de gelukzaligheid van Zijn tegenwoordigheid, maar actief met dat wat ons is gegeven omgaan. Dat is dan ook de strekking van de tweede helft van ons kerkelijk jaar: dat wat wij in de voorafgegane periode geleerd hebben, moeten wij nu in de praktijk ten uitvoer brengen. Zo leggen wij de grondslag voor de volgende cyclus. Men zou kunnen zeggen dat Hemelvaart een feest voor de volmaakte mens is en dat Pinksteren een feest voor de naar volmaaktheid verlangende mens is.