VKVisie
Tijdschrift van de Vrij-Katholieke Kerk in Nederland

Vorige Home Boven Volgende

De Ontmoeting met Zichzelf

XPhilip

Come down, o Love divine,
Seek thou this soul of mine,
And visit it with thine own ardour glowing:

O Comforter draw near,
Within my heart appear,
And kindle it, thy holy flame bestowing.

Bianco da Siena.

Liefde Gods, o daal Gij neder
In mijn ziel, en maak mij teder
Door Uw eigen liefdegloed.

Laat Uw Troost door mijn troost schijnen,
't Donker uit mijn ziel verdwijnen,
Als 'k een ander troosten moet.

(vrije vertaling van gedicht)

De ziel van de mens bevindt zich deels in de eeuwigheid, deels in de tijd. Vanuit dat kosmische gegeven, gelegd in de mens, wordt bewaarheid dat in de holte van zijn hart, in zijn innerlijke onzichtbare tempel, als eenkostbare parel verborgen ligt het schouwend innerlijke weten dat Het Koninkrijk Gods niet buiten, maar diep verborgen in iedere mens aanwezig is.

Deze innerlijke waarheid in bovenstaand mystiek gedicht zo helder instralend gebracht, doet ons weer beseffen dat ons innerlijk leven de werkelijkheid is van de ziel. Op aansprekende wijze wordt de verwantschap naar voren gebracht tussen de schouwende mens en de geschouwde God. Een verinnerlijkt schouwen waarin de verbeeldingskracht zich inspant om het onzichtbare achter het zichtbare te vatten.

Het vereist een eenvoud des harten en een diep doorleefde nederigheid om een glimp van het Koninkrijk Gods in jezelf bewust te ervaren. De mens is namelijk steeds weer geneigd om de vrede in bevrediging buiten zich te plaatsen.

In ons leven, dat via allerlei opgelegde verplichtingen aan ons voorbijraast, gaat het om de zoektocht in jezelf. Steeds weer aftastend op weg gaan in jezelf, in je eigen uiterlijk en innerlijk landschap. De Heer in Zijn voorgeleefde inwijdingsprocessen van geboorte tot ziele-hemelvaart, in diepe bewustwordende verbeeldingskracht, in Zijn innerlijke tijdloze mysteriën, volgen! Zo kunnen wij het menselijk ontledende verstand te boven komen, om in te gaan, boven voelen en denken, waar men niet meer kent, maar ervaart.

In het Evangelie volgens Filippus, in de logia 58 en 69, wordt dit verduidelijkt:

"De Heer voltrok alles in één mysterie; in doopsel, in zalving, in eucharistie, in verlossing en in bruidsvertrek. Ik ben gekomen om de dingen van beneden gelijk te maken aan de dingen van boven, en de dingen van buiten aan de dingen van binnen. Ik ben gekomen om ze op die plaats te verenigen."

In dit tijdvak staat centraal het inwijdingsproces van de Doop. De Doop met heilig water van de wijsheid, Vrouwe Wijsheid, Moeder Wijsheid. Nauw verwant met de Goddelijke Persoon van de Heilige Geest die in het oudste Christendom, "onze Moeder" werd genoemd.

Langzaam groeit dan in ons het besef, dat wij van de Goddelijke Wijsheid niet één lettergreep, één letter kunnen leren, voordat wij naar dat latent in ons aanwezig zijnde Wijsheidsprincipe leven, in ons leven. Met de ogen van de ziel zien, dat de ziel, ons onsterfelijk zielenbewustzijn, de mens maakt. De ziel, in de Heilige Taal de mystieke bruid van De Heer.

De mens die weet dat hij niets blijvend in eigendom heeft, ja slechts rentmeester is van al datgene dat hem in ontvangen en weer doorgeven is geschonken, zal in zichzelf alle sloten verbreken en zal de levensstroom waarvan hij een momentopname is, als het enige leven beschouwen.

Het ontsluiten van de mysteriën van het innerlijk leven in de mens en zijn terugkeer in de Goddelijke Ene Bron, staat dan centraal.

Het is als het ware een binnenkomen in een inwijdingsvolheid, waarin het hoogste geheim, het mysterie van God, in alles en allen wordt verklaard.

Waar vindt dit plaats? In ons hart, waar iedere mens contact kan hebben met zijn engel, zijn ware zelf, met wie hij in een geestelijke echt is verbonden.

Zo keert de ziel, de Maria-ziel, terug naar haar Heer en meester. In symbolische zin, in de hof van Eden. De hof is in de Joodse mystiek (kabbalá) een verwijzing naar het vrouwelijke in iedere mens. In het Hooglied wordt dan ook gesproken van: "een gesloten hof ben jij, mijn zuster, mijn bruid".

In onze tijd krijgt het vrouwelijke meer en meer een gelijkwaardige plaats, dat tot gevolg zal hebben, dat Het hemelse archetype van de vrouw, de Grote Moeder, in de tijd die nu voor ons ligt meer verdiepende ziele-aandacht zal krijgen als de Koningin der Hemelen, de Moeder van Wijsheid en mededogen.

Geleidelijk aan zouden wij meer ons hart moeten openstellen voor de zegenende uit- en instraling van de Grote Moeder der Wereld, die alles en allen in haar omhullende liefde besloten houdt.

Om zo zuiver mogelijke kanalen voor de vrouwelijke moederkrachten in ons te kunnen zijn, zullen wij onze ikzucht dienen te beteugelen In de ware zin van het woord naar de ander toe dienstbaar zijn, vanuit het evangeliewoord: "Mij geschiede naar Uw Woord".

Om in waarheid aan het werk van de Wereldmoeder deel te hebben, ook in onze liturgische belevingswereld, zouden wij de innerlijke kracht moeten opbrengen, voorbijgangers in ons leven te zijn. Dit vereist zeker wilskracht omdat wij ons telkenmale moeten omschakelen van het niveau waarop wij gewoonlijk onze dagelijkse bezigheden vervullen.

Als wij dit uit liefde aanvangen en weten vol te houden, zal er zeker vanuit de onzienlijke werelden hulp naar draagkracht tot ons komen. Het Goddelijke is ons namelijk meer nabij dan wij onszelf nabij zijn.

Het machinepark van zelfzuchtig gericht denken komt dan langzaamaan tot stilstand. Naar binnen gekeerd, toch gericht op de ander. De afgescheidenheid valt dan van ons en een groot geluksgevoel daalt in ons hart. Zelfs het kleinste offer dat wij brengen, doet een overvloed aan zegenende kracht van Haar uitgaan op onze kleine afgepaalde leefwereld.

Zo wij ernstig Haar Pad van mededogen naar de ander, naast ons geplaatst, volgen, zullen wij getrainde lichtdragers zijn van de eeuwige tijdloze Wijsheid, die zich in alle leven en groei rondom ons manifesteert.

Maria, Heilige Moeder, onze harten koningin, aan Uw dienst wijden wij ons leven.
Ave Maria.