Bij de genezingsdienst ligt het accent op de afstemming van het persoonlijke leven op het alomvattende geestelijke leven. De goddelijke universele genezende levenskracht is de onuitputtelijke bron in dit genezingswerk. Het uitspreken van de invocatie aan het begin van de genezingsdienst is als het trekken van een gouden draad van levende energie tussen de geestelijke zon en de aarde. Dit proces van afstemming in de invocatie speelt zich op dit zelfde moment ook in ons af. Wij leggen in onszelf door de invocatie een verbinding als een gouden draad tussen onze innerlijke zon - de monade - en de zilveren aarde - onze zielemens en persoonlijkheid. Het is bijzonder interessant om in recente literatuur over spirituele genezing te lezen over deze gouden draad die wel de "haralijn" wordt genoemd (Brennan 1993). Deze wordt daarin de verbinding in de mens tussen ziel en lichaam genoemd en gezien als een draad van levende energie die bepaalde centra in ons lichaam en onze aura met elkaar verbindt. Dit is wat wij bekrachtigen en activeren bij de invocatie en het maken van het kruisteken. Wij stemmen ons zo af op onze innerlijke verbindingen met de universele krachten . Dit thema speelt in de gehele genezingsdienst een centrale rol. Het gehele proces is er een van herstellen van oorspronkelijke verbindingen, van een opnieuw afstemmen.

De volgende stap is het aanroepen van de genezende engelen. Met name de engelen van Onze Lieve Vrouwe Maria – zij wordt als Wereldmoeder ook wel de Koningin van de genezende engelen genoemd – vervullen een belangrijke rol in het herstellen van energie en het vitaliseren van levende vormen. Het is goed om bij het aanroepen van de engelen ons innerlijk volledig voor hen open te stellen. In zachte tinten blauw, groen, roze en rood etc. verschijnen engelen die helende energie hanteren. De kleur van de dienst, in de meeste gevallen groen, benadrukt de genezende kracht. Groen is de universele kleur van genezing, rust en harmonie. Rood, dat in onze genezingsdiensten ook gebruikt kan worden, is veelal een zeer energetische en stimulerende kleur. Wanneer wij een rode genezingsdienst doen en daar het Veni Creator bij zingen, vult de ruimte zich met een krachtige rode gloed die alles doordringt. Het is de kracht van het scheppende vuur dat dan aangeroepen wordt, het scheppende vuur van geestelijke dynamiek, van het goddelijke scheppende vermogen dat alles vitaliseert. In de meeste gevallen is het goed om voor de genezingsdienst groen te gebruiken omdat het effect daarvan rustgevend is en aanschakelt aan de universele genezende kracht. Rood zet de aura in vuur en vlam en kan voor veel mensen erg intensief uitwerken. Dit zal niet altijd even gunstig zijn voor degene die genezing vraagt.

Het zuiveren van de aura luidt de volgende fase van de genezingsdienst in. Het besef van en werken met de aura is in de Vrij Katholieke Kerk heel normaal. In andere kerken ligt dat bepaald anders. Wij zien de mens als een geestelijk wezen dat zich uitdrukt in de stoffelijke wereld via een geestelijk lichaam dat zich uiteindelijk uitdrukt in een stoffelijk lichaam. Veelal wordt gesproken over een zevenvoudige opbouw van de aura. Wij zuiveren de aura met een gebed. De priester roept geestelijke kracht aan om de aura van disharmonische trillingen te zuiveren. We kunnen ons dit voorstellen als het verwijderen van de grijze en bruinachtige kleuren en wolken uit de aura. Door de kruistekens en de machtswoorden verdwijnt deze neerdrukkende en ongezonde energie die veelal de oorzaak is van een verstoring in de energiehuishouding.

Het is misschien goed om nu even kort te spreken over wat ziekte, bezien vanuit een spiritueel standpunt, eigenlijk is. Heel eenvoudig weergegeven is ziekte een uiting van het overstimuleren ofwel blokkeren van energie in ons gehele systeem. Wanneer we onszelf zien als wezens van licht en energie waarin voortdurend energieën stromen als een gezonde stroom helder water, dan kunnen we ons hier wel iets bij voorstellen. In deze kristallen structuur van ons innerlijk wezen ontstaan draaikolken en wolken energie door onze emoties en gedachten. Deze kunnen op allerlei manieren verstoring in de gezonde doorstroming van energie veroorzaken. Dit heeft grote invloed op onze energiecentra, de chakra’s, en de energiestromen die daar doorheen gaan. Er zijn nog meer oorzaken voor ziekte die bijvoorbeeld te maken kunnen hebben met epidemieën, die verbonden zijn aan de energiehuishouding van de aarde. Ook de karmische zijde van ziekte is van groot belang. Oorzaken kunnen teruggaan tot vorige levens maar ook verbonden zijn aan het karma van een familie, land of bepaalde groep. In dat geval zal het karma zijn werk doen en behoren wij niet in te grijpen. Vandaar dat wij in de genezingsdienst dit expliciet benoemen. Van belang is eigenlijk het besef dat in alle gevallen ziekte een signaal is dat er in de energiehuishouding iets niet klopt en dat het nodig is daar aan te werken.

Wanneer de zuivering van de aura heeft plaatsgevonden gaan we een stap verder. We gebruiken daarvoor de olie die speciaal op Witte Donderdag door de bisschop is gewijd voor genezingswerk. Deze olie, bestaand uit olijfolie gemengd met kruiden, is gezegend en sterk gemagnetiseerd. Terwijl hij de Heer de Christus, Maria en de aartsengel Rafaël aanroept zalft de priester, door het maken van een kruisteken, voorhoofd, kruin, keel en nek. Bij het zalven stroomt energie via de duim van de priester en via de gemagnetiseerde olie in de aangeraakte chakra’s. Deze worden geactiveerd. Het effect daarvan is dat deze meer gaan draaien. Chakra’s kunnen we ons voorstellen als kleine draaikolken van energie. Als ze met de klok meedraaien nemen ze universele energie op en voeren deze naar de organen waaraan de chakra’s zijn verbonden. Wanneer de chakra’s tegen de klok indraaien nemen ze geen of nauwelijks universele energie op. Staan chakra’s stil, wat dus ook kan gebeuren, of zijn ze gedeeltelijk of geheel beschadigd, dan kan het zijn dat er totaal geen uitwisseling van energie meer plaatsvindt en dat heeft ernstige gevolgen voor de gezondheid. Bij de zalving wordt dus door de priester een krachtige poging ondernomen om de chakra’s te vitaliseren.

Het is bekend dat naarmate de aanwezigen en de dienstdoende priester zich actief en open afstemmen op dit gebeuren de werking van dit alles groter wordt. Wanneer wij dit moment hullen in gouden licht en de aanraking van de chakra's vanuit ons bewustzijn verbinden met de helende energie die overal is, wordt er veel kracht en vitaliteit toegevoegd. Het is ook van belang om de mensen die genezing vragen "heel" te zien en in gedachten te laten doorstralen met "gouden licht". Wanneer wij mensen als van kristal in een zuivere structuur zien, roept alleen dat beeld al helende kracht op. Gecombineerd met deze handelingen in de genezingsdienst wordt dit alles vele malen versterkt. Het effect van dit moment in de genezingsdienst is dus een vitalisering van de chakra’s zodat deze beter in staat zijn universele energie op te nemen.

Nu komt een zeer heilig moment in de genezingsdienst. Heel eenvoudig gezegd kunnen we dit moment vergelijken met het aanraken van de snaar van de ziel zodat deze klinkt en resoneert in de verschillende aurische gewaden. De ziel is de grote genezer in ieder mens. Daar immers ligt de oorspronkelijke kracht en harmonie. De opdracht die wij ons stellen voor een incarnatie komt uit de ziel. Het vormen van het definitieve bewustzijnskoord tussen ziel en persoonlijk leven wordt in de esoterische tradities het bouwen van het Anthakarana genoemd. In de genezingsdienst raken we de toon van de ziel aan door het aanroepen van de genezende kracht en liefde van de Heer de Christus. Als een lichtende gloed stroomt de kracht in de aura en klinkt de eeuwige klank van de innerlijke genezer die woont in de diepte van ons geestelijke inwezen. Deze klank doorstraalt het aurische wezen voor een moment.

Het wonderlijke is dat de genezingsdienst geen twee keer hetzelfde is. Als celebrant voel je in alle fasen van de genezingsdienst bij andere mensen andere stromen en werkingen. Zo is de werking van de handoplegging altijd anders. Het is ook iets dat niet door de priester wordt gedaan. Hij gaat als het ware aan de kant staan om de onvoorstelbare kracht van de Heer de Christus door te laten komen. Het is heel wonderlijk, maar deze kracht lijkt wel uit de aarde en uit de lucht te komen. Als een soort alomvattende energie stroomt deze kracht bij het uitspreken van de woorden. Je zou het gewoon niet geloven als je het niet zelf keer op keer ervaart, maar de woorden openen een sluis die precies dat doet wat nodig is voor de persoon. Het lijkt wel of er als het ware voor een moment een aantal lijnen op elkaar geschoven worden en dat iets wat scheef zat gemonteerd wordt op z’n ondergrond. Deze afstemming van de persoonlijkheid op de ziel is het hart van de genezingsdienst. Maar het geschiedt voor een moment en het is vervolgens aan de mens zelf om deze impuls te benutten en het herstelde evenwicht verder te laten groeien. De eigen bewuste aanpak van het genezingsproces is dan ook essentieel. Alleen daardoor kan blijvende genezing en harmonie bewerkstelligd worden. Het probleem dat zich hier vaak voordoet is dat wij uit gewoonte een bepaalde manier van energiegebruik hebben ontwikkeld: ook al is voor een moment de harmonie van de ziel hersteld, vaak vallen we terug in onze oude patronen en zijn we binnen een dag of vaak veel sneller deze aanraking kwijt. Dit is ook een van de hoofdthema’s in de moderne literatuur over geestelijke genezing: hoe kunnen wij de grondtoon van ons eigen leven leren horen en herstellen in ons dagelijks leven.

We komen nu aan de communie. Het is goed wanneer mensen die een genezingsdienst vragen na afloop van de Mis de communie tijdens de genezingsdienst ontvangen. De reden daarvoor is eigen vrij simpel. Bij de genezingsdienst worden we zeer ontvankelijk. De invloed van de hostie is in deze ontvankelijkheid ook veel groter. Daarom is het verstandig om de communie in dit geval tijdens de genezingsdienst te nemen. Het ontvangen van de hostie herstelt een nog veel diepere lijn in ons. Dit is de lijn van de toon van de goddelijke vonk. In moderne spirituele literatuur wordt dit wel de "wezensster" genoemd (Brennan 1993). Een punt van onvoorstelbare schoonheid en straling, gelokaliseerd in het midden van ons lichaam.