|
|
Van de eindredacteur
Markus van Alphen Deze periode staat in het teken van enkele zeer belangrijke feestdagen, en wel die, welke de aanvang van het nieuwe kerkelijk jaar zijn. Zoals u waarschijnlijk bekend is, lopen er meerdere cycli door elkaar heen, die alle met elkaar verweven zijn. Als een kerk uit de Christelijke traditie, wordt ons kerkelijk jaar dan ook opgedeeld in twee delen, waarvan het eerste deel de weg van de Christus symboliseert en het tweede het toepassen van het geleerde als hoofddoel heeft. Gezien vanuit de Maria feestdagen, die in onze kerk veelal beladen worden met kosmische inzichten, is de cyclus langer van duur, mede doordat de Moeder aanwezig moet zijn voordat het Kind geboren en tot wasdom gebracht kan worden. Pas na de voleinding van dat groeiproces, keert de moeder terug, oftewel, wordt weer opgenomen in het Al-Ene. De cyclus van de Moeder begint dus met Maria Geboorte en eindigt een kleine twee jaar later met Maria Hemelvaart. Misschien klinkt het alles wel heel analytisch, maar soms kan men wanneer men alles weer terug brengt tot één beeld, tot dieper inzicht komen. Het een kan namelijk niet zonder het ander. De weg van de Christus, die ook de weg is die wij allen bewandelen, heeft de vormzijde die verzinnebeeld is in Maria, nodig. Net zo, zou de vormzijde geen enkele zin hebben, ware het niet voor het feit dat de Zonen Gods hierin opgevoed moeten worden. Om het op ordinaire wijze te omschrijven, God schept niet zomaar wat omdat Hij het leuk vindt en, als tegenhanger, Hij windt het ook niet als een klok op en loopt vervolgens weg met een "zoek het maar uit" houding! De wereld heeft een doel. De kosmos en de wereld zijn heel bewust geschapen. De Geboorte van Onze Heer, Kerstmis zo u wil, kan als een raakvlak tussen de Maria- en Christuscycli gezien worden. Hier ziet de moeder toe hoe haar zoon geboren wordt: zij baart het kind. Hier ziet de schepping toe dat één van haar kinderen de laatste stadia van de menselijke ontwikkelingsweg betreedt. De voorbereiding op deze geboorte kan op twee manieren gesymboliseerd worden: de Aankondiging op 25 maart en de Advent. Stoffelijk gezien, wanneer een vrouw zwanger is, is er een vanzelfsprekendheid dat er een kind geboren zal worden. Zo ook met de geboorte van Christus. Op het moment dat wij in ons evolutieproces ver genoeg gevorderd waren, zijn wij toegetreden tot het rijk van de mensheid. Gezien als aankondiging, betekent het ook een vanzelfsprekendheid dat het Christuslicht ooit in onze harten geboren zal worden. Dit wetende, kan de Advent ook een diepere betekenis innemen. De onbewuste groei kan gezien worden als de periode tussen de Aankondiging en de zondag voor de Advent. Want op die zondag voor de Advent is de intentie het verdrijven van onwetendheid, en verandert het onbewuste proces in een bewust proces. In het bewuste groeiproces, de voorbereidende periode die Advent heet, komen wij de vier eigenschappen tegen die wij, elk jaar een beetje meer, trachten te vervolmaken: onderscheidingsvermogen, zelfvergetelheid, liefde en juist handelen. Uiteraard ontwikkelen wij deze eigenschappen niet alleen tijdens Advent, maar continu. Wij leggen de klem er op om aan te geven dat dit de voorwaarden zijn voor de geboorte van het Christuslicht in Bethlehem, onze lagere lichamen, specifiek in de grot of stal dat ons hart is. Uiteindelijk zullen wij de weg gaan tot Jeruzalem, onze hogere stad: dit is het einddoel van de weg die met de geboorte gesymboliseerd in de Kerstmysterie aanvangt. Als redactie wensen wij u veel leesplezier met dit decembernummer, een inspirerende Kerst en een prachtig nieuw jaar! |
|